Geschiedenis
Tussen Erica, Klazienaveen en Schoonebeek lag aan het begin van de twintigste eeuw een onafzienbare veenvlakte. Woest en leeg was het Amsterdamscheveld in de beginjaren van de vervening. Toen dit gebied aan ‘snee’ kwam, trok de oorspronkelijke bevolking naar Nieuw Schoonebekerveld. Een groeiend aantal veenarbeiders trok naar de veenderijen in het Amsterdamscheveld. De bewoners hadden het niet gemakkelijk. De woon en leefomstandigheden waren slecht. De veenarbeiders hadden het zwaar om het metershoge veen af te graven om zo te voldoen aan de vraag naar turf. Er waren geen wegen in het veen en het vaarwater lag te ver weg.
Pastoor Huurdeman, pastoor van Nieuw Schoonebeek, kreeg anderhalve hectare grond toegewezen voor de bouw van een kerkje in het gebied dat door de Drentsche landontginningsmaatschappij werd ontgonnen.
Pastoor Veltman werd aangewezen om de benodigde gelden bij elkaar te krijgen. Op 30 oktober 1918 werd midden in de venen tussen Klazienaveen en Nieuw-Schoonebeek na veel inspanningen de eerste steen gelegd voor een kerk te Amsterdamscheveld (Weiteveen heette tot 1954 Amsterdamscheveld). De Drentsche landontginningsmaatschappij schoot te hulp. Hun spoor mocht ’s nachts gebruikt worden voor de aanvoer van bouwmaterialen.
Op 3 juni 1919 werd het kerkje ingewijd en kreeg de naam ‘O.L.V. Koningin van de Vrede’.
De parochie stond vanaf het begin onder leiding van pastoor Veltman. Hij bleef in Weiteveen actief tot 1967 en stierf in 1974. Meer dan 48 jaren heeft hij deze parochie geleid, waardoor hij een begrip is geworden, niet alleen in Weiteveen maar in heel de omgeving.
Het verdwenen tabernakel.
Op zondag 3 mei 1925 vond de verhuur van banken in de kerk plaats. Toen de pastoor op maandag 4 mei voor het openen van de kerk zoals gewoonlijk Onze Lieve Heer bij het altaar begroette, ontdekte hij dat het Heiligste uit de kerk verdwenen was, nl. het tabernakel. Alle parochianen zochten de omgeving af. De Nederlandse en Duitse politie werd ingezet. Kranten uit het hele land schreven over de diefstal. Twee jongens die ijverig mee zochten duwden elkaar speels van de hoge veenweg af. Éen van de jongens trapte op een plaggenhoop in een naastgelegen greppel. Zijn klomp stootte tegen iets hards aan . Met hun stokken schoven ze de heideplaggen opzij en ontdekten het tabernakel. Door een grote menigte werd het tabernakel, waar de hosties gelukkig nog inzaten in processie naar de kerk gebracht. Een journalist van het dagblad “De Maasbode” schreef niet alleen over het verdwenen tabernakel maar ook over de armoede van de bevolking en de kerk. De kerk kreeg door schenkingen uit het hele land een nieuw tabernakel, een altaar, een priestergewaad voor de pastoor en alle koperen attributen. Op de plaats waar het tabernakel werd gevonden, heeft men een kruis geplaatst. Rondom dit kruis kwam later het parochiekerkhof. Op een apart deel van het kerkhof zijn de zusters begraven.
De kerk staat bij het vroegere zusterklooster van de orde van zuster Franciscanessen, missionarissen van Maria.
Het klooster werd in de dertiger jaren gebouwd, in 1930 kwam de Congregatie van de Zusters Franciscanessen Missionarissen van Maria naar Weiteveen (toen nog Amsterdamscheveld) als gevolg van de vele publiciteit over de achterstandsituatie in het veen. De zusters namen de wijkverpleging en het onderwijs op zich. Begin 1995 werd het klooster gesloten.
In de tuin van “de Kloosterhof”, het huis waar de zusters de laatste paar jaar van hun aanwezigheid in Weiteveen hebben gewoond, heeft men als laatste eerbetoon aan de witte zusters, die zoveel voor de bevolking hebben gedaan, een beeld van een zuster geplaatst.
Weiteveen dankt haar naam aan de boekweit. Boekweit werd gezaaid in een mengsel van as, kool en halfvergane veenresten, dit vormde de bouwaarde. De grond werd geëgaliseerd en de boekweit er ingewerkt. In de maand Augustus was het rondom Weiteveen één bloeiende witte zee. In september werd boekweit in de nog vochtige grond in de vroege morgen gemaaid.
Kerkhof
Sinds 1940 heeft de parochie O.L.V. Koningin van de Vrede een eigen parochie kerkhof, tot die tijd werden parochianen van Weiteveen begraven op het parochiekerkhof van Nw. Schoonebeek.In de veensloot waar het gestolen tabernakel was teruggevonden, zo'n 600 meter van de kerk, werd korte tijd later een houten kruis van circa twee meter hoog opgericht. Op deze plaats werd later een kerkhof aangelegd met op de centraal gelegen vindplaats een open kapel met stenen kruis. In 1985 werd het oude tabernakel in deze kapel geplaatst onder een sluitsteen, waar het zich thans nog bevindt. Het kerkhof is gelegen te midden van bossages buiten de bebouwde kom en alleen toegankelijk via een eigen weg van de parochie,in het verlengde van de Ambachtsweg.